Het versterken van basisvaardigheden rekenen en wiskunde vraagt om een doordacht beleidsplan dat alle leraren en vakgebieden betrekt. ExpRW biedt ondersteuning voor scholen die een reken‑wiskundebeleidsplan willen opstellen of verbeteren. Veelgestelde vragen zijn bijvoorbeeld:
- Heeft ExpRW voorbeelden van rekenbeleidsplannen?
- Welke rol kan een rekencoördinator hebben bij de ontwikkeling van een rekenbeleidsplan?
Op deze pagina vind je adviezen, voorbeelden, richtlijnen en good practices uit primair, voortgezet en beroepsonderwijs. Voor verdere informatie over de rol van de rekencoördinator kun je terecht op de pagina rekencoördinator.
Reken‑ en wiskundebeleid: algemeen
Een goed beleidsplan geeft richting, zorgt voor samenhang in het onderwijs en bevordert betrokkenheid van het hele team. Belangrijke onderdelen zijn:
- Heldere visie: formuleer een visie op reken‑ en wiskundeonderwijs die past bij de doelen van de school en bij de behoeften van de leerlingen. Een duidelijke visie helpt bij het maken van keuzes en zorgt voor consistentie tussen leerjaren.
- Samenhang in leerlijnen, leerstof en didactiek: stem leerstof en aanpak af op verschillende niveaus en behoeften. Bied extra ondersteuning voor leerlingen met achterstanden of hiaten zodat iedereen optimale kansen krijgt om zich te ontwikkelen.
- Rekencoördinator: zet een rekencoördinator in om beleid te ontwikkelen, uit te dragen en te borgen. Deze persoon stimuleert het team om reken‑ en wiskundeactiviteiten in de lessen te integreren en onderhoudt overzicht over resultaten.
- Breed draagvlak: zorg dat alle docenten, ook buiten het vak wiskunde, het beleid kennen. Breed draagvlak maakt het mogelijk om leerlingen via meerdere vakken te ondersteunen en zorgt dat rekenen en wiskunde in de hele schoolgemeenschap worden gezien als gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Kader met richtvragen
Op basis van rekenbeleidsplannen van diverse scholen is met GenAI een algemeen kader gegenereerd. Het onderstaande document Kader met richtvragen voor opstellen ‘Beleidsplan basisvaardigheden rekenen VO’ gaat in op hoe je een dergelijk beleidsplan kunt structureren. De richtvragen over bijvoorbeeld monitoring, toetsing, ondersteuning en evaluatie kunnen scholen helpen elk onderdeel verder te concretiseren. De hoofdonderdelen zijn:
- Aanleiding en visie: verwoord waarom de school een beleidsplan opstelt en hoe het belang van basisvaardigheden rekenen in de schoolvisie is opgenomen.
- Uitgangspunten: formuleer uitgangspunten voor begeleiding, differentiatie en maatwerk, en beschrijf hoe basisvaardigheden aan andere vakken worden gekoppeld.
- Monitoring en toetsing: beschrijf welke instrumenten worden gebruikt voor monitoring (bijv. toetsen, observaties) en hoe vaak deze worden ingezet. Geef aan hoe zowel formatief als summatief getoetst wordt en hoe resultaten geanalyseerd worden, bijvoorbeeld met RTTI.
- Ondersteuning en interventies: licht toe hoe voortgang in de klas wordt gevolgd en welke extra ondersteuning (extra lessen, digitale hulpmiddelen) beschikbaar is voor leerlingen met moeite.
- Organisatie en verantwoordelijkheden: benoem wie verantwoordelijk is voor het implementeren van het beleid en welke rol docenten, sectieleiders en teamleiders spelen.
- Evaluatie en kwaliteitsborging: beschrijf hoe de resultaten jaarlijks worden geëvalueerd, welke gegevens worden verzameld en hoe het beleid op basis hiervan wordt aangepast.
- Communicatie: leg uit hoe leerlingen en ouders geïnformeerd worden over het beleid en welke communicatiekanalen worden gebruikt.
Door deze richtvragen te gebruiken krijgt een team beter zicht op de uitgangspunten, instrumenten en rollen die nodig zijn voor een sterk reken‑ en wiskundebeleid.
Kwaliteitskaart rekenen‑wiskunde
De Kwaliteitskaart rekenen en wiskunde ontwikkeld door de NVvW beschrijft zestien kwaliteitskenmerken (W01–W16) waarop scholen hun beleid en onderwijs kunnen toetsen. De kenmerken zijn gericht op doelgericht curriculum, samenhang binnen en tussen vakken, monitoring, begeleiding en jaarlijkse evaluatie.
Met deze kwaliteitskaart kunnen scholen gericht bepalen waar hun sterktes en verbeterpunten liggen en afspraken maken over vervolgstappen.
Voorbeeld beleidsplan basisvaardigheden rekenen (2025)
Het voorbeeldbeleidsplan van CSG Prins Maurits laat zien hoe een school haar visie, doelen en aanpak concreet kan uitwerken. In de inleiding wordt uitgelegd dat het plan de aanleiding, doelen en missie van het rekenonderwijs beschrijft en hoe het onderwijs wordt vormgegeven, gemonitord en geborgd. De school kiest ervoor om evidence‑informed te werken volgens de Leidraad Werken aan onderwijsverbetering in het voortgezet onderwijs en richt zich op een onderzoekscultuur met cyclisch werken. SLO’s stappenplan (analyseren, plan van aanpak opstellen, uitvoeren) wordt gevolgd en aangevuld met monitoring en borging.
Handreiking voor beleid op rekenen en gecijferdheid in het mbo (2025)
Onderstaande handreiking van de MBO Raad helpt mbo‑scholen een duurzaam rekenbeleid te formuleren. Een goed uitgewerkt reken- en gecijferdheidsbeleid draagt bij aan onderwijsresultaten, biedt leerlingen betere kansen op vervolgstudie en werk en helpt kansenongelijkheid te verkleinen. De handreiking definieert rekenbeleid als een structurele en strategische inspanning van het hele schoolteam om de onderwijspraktijk aan te passen aan de leerbehoeften van studenten. Scholen formuleren een duidelijke visie die aansluit bij het onderwijsconcept en vertalen deze naar meetbare doelen voor studentresultaten. Het document adviseert om beleid institutioneel te verankeren door docenten, coördinatoren, leerlingen/studenten en externen) bij de ontwikkeling ervan te betrekken en het beleid te baseren op onderzoek zoals enquêtes, observaties en focusgroepen. Volgens de handreiking moeten taken van rekenbegeleiders en management helder worden omschreven, de didactiek betekenisvol en gedifferentieerd zijn, en moet er aandacht zijn voor inclusieve toetsing en examens met aanpassingen voor uiteenlopende behoeften.
Raamwerk scholing en nascholing docent rekenen/gecijferdheid (2023)
Het herziene Raamwerk scholing en nascholing docent rekenen/gecijferdheid is een gids voor de professionalisering van rekendocenten in het voortgezet onderwijs en mbo. Het document ontstond uit de constatering dat de rekenreferentieniveaus en de toetspraktijk niet leidden tot de gewenste gecijferdheid; daarom zijn nieuwe functionele rekeneisen en meer inclusieve examens ontwikkeld. De update van 2023 speelt in op deze ontwikkelingen door meer aandacht te geven aan basisvaardigheden, hogere orde vaardigheden en internationale numeracy‑kaders. Het raamwerk geeft gedragsindicatoren om bekwaamheidseisen te concretiseren. Ondanks de toenemende rol van digitale technieken blijft volgens het raamwerk de docent de cruciale schakel tussen leerling, leerstof en leren, en biedt het document richtlijnen om die rol via scholing en nascholing verder te versterken.
Rekenlessen uit de praktijk (2015)
De brochure Rekenlessen uit de praktijk van het Steunpunt Taal & Rekenen vo bundelt praktijkvoorbeelden en succesfactoren van scholen die hoog scoren op rekenvaardigheid. Het document beschrijft een kleinschalig onderzoek waarin elf bovengemiddeld presterende scholen zijn bezocht; op basis van die dagbezoeken worden zeven succesfactoren genoemd voor goed rekenonderwijs. Centrale elementen zijn een heldere visie op rekenen, een samenhangende leerlijn door de verschillende vakken heen, voldoende oefentijd en aandacht voor automatiseren, en het gebruik van data om instructie en begeleiding te verbeteren. Ook benadrukt de publicatie de rol van teamreflectie en gerichte professionalisering van leraren, en de betrokkenheid van schoolleiding en ouders bij het versterken van basisvaardighedenelbd.sites.uu.nl. Door deze factoren met elkaar te verbinden, biedt de brochure concrete inspiratie voor het organiseren van effectieve rekenlessen in het voortgezet onderwijs.
Rekenbeleid op school (2012)
Deze kwaliteitskaart van School Aan Zet geeft po‑scholen handvatten om een rekenbeleidsplan op te stellen. Hierin staat bijvoorbeeld dat zo’n beleidsplan een levend document is (of moet zijn) waarin na elke vergadering nieuwe afspraken worden vastgelegd. Scholen worden aangespoord om hoge realistische doelen te formuleren voor school-, groeps- en leerlingniveau en om opbrengstgegevens te gebruiken om het onderwijsleerproces kritisch te analyseren. Het rekenbeleidsplan moet taken en verantwoordelijkheden van schoolleiding, intern begeleiders, rekencoördinatoren en leerkrachten vastleggen, én beschrijven hoe professionalisering en coördinatie worden georganiseerd. Verder adviseert de kaart om rekenen tot een team‑brede aanpak te maken, expliciet te werken aan leerkrachtvaardigheden en na toetsmomenten gezamenlijk de resultaten te analyseren om gericht interventies te bepalen.
Video’s: Rekenbewust vakonderwijs (2015, steunpunt taal en rekenen vo)
- Rekenbewust vakonderwijs 1 – Is RBVO voor iedereen noodzakelijk?
- Rekenbewust vakonderwijs 2 – Wie is verantwoordelijk voor het rekenonderwijs?
- Rekenbewust vakonderwijs 3 – Bereidheid om aan RBVO te doen
- Rekenbewust vakonderwijs 4 – Afstemming over strategiegebruik
- Rekenbewust vakonderwijs 5 – Draagvlak creëren
- Rekenbewust vakonderwijs 6 – Informatie verzamelen
- Rekenbewust vakonderwijs 7 – Afstemmingafspraken naleven
- Rekenbewust vakonderwijs 8 en 9 – Eén of meer strategieën
- Rekenbewust vakonderwijs 10 – Los rekenuur
- Rekenbewust vakonderwijs 11 – Vaardigheidskaarten en hun gebruik
- Rekenbewust vakonderwijs 12 – Beschikbaarstelling van vaardigheidskaarten
- Rekenbewust vakonderwijs 13 – Betrokkenheid ouders
- Rekenbewust vakonderwijs 14 – Ontwikkelen van lesmateriaal
- Rekenbewust vakonderwijs 15 – Totstandkoming vaardigheidskaarten
- Rekenbewust vakonderwijs 16 – Rekenvaardigheden en functioneringsgesprekken